Pensioen in Nederland
Veel mensen denken bij 'pensioen' vooral aan ouderdomspensioen: de uitkering die iemand ontvangt vanaf de pensioenleeftijd. Maar ook een uitkering aan nabestaanden noemen we pensioen, evenals een mogelijke uitkering bij arbeidsongeschiktheid.
Drie pensioenonderdelen
Als we het op deze website over pensioen hebben, gaat het meestal over het Progress Pensioen. Dus het pensioen dat u via uw (oud-)werkgever Unilever hebt opgebouwd. Het pensioen van een werkgever houdt altijd rekening met een basispensioen van de staat; het is een aanvulling hierop. Daarnaast kunt u zelf in de privésfeer nog eventuele extra voorzieningen treffen. Uw totale pensioen kan in Nederland dus uit drie onderdelen bestaan, de zogenoemde ‘pensioenpijlers’.
1e pijler: AOW, Anw, WIA (van de staat)
In de 1e pijler zorgt de overheid voor een basisuitkering. De AOW (Algemene Ouderdomswet) biedt een levenslange pensioenuitkering vanaf uw AOW-gerechtigde leeftijd. Die AOW-leeftijd was tot 2013 voor iedereen 65 jaar, maar gaat sindsdien met stapjes omhoog. Vijf jaar van tevoren wordt steeds bepaald of de AOW-leeftijd stijgt. In 2028 is de AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden. Wilt u weten wanneer uw AOW - volgens de huidige wetgeving - ingaat, klik dan hier.
De Anw (de Algemene Nabestaandenwet) kán bij uw overlijden een pensioen uitkeren aan de nabestaanden. Kán, want veel nabestaanden hebben hier geen recht op.
De WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) zorgt voor een uitkering in geval van arbeidsongeschiktheid.
2e pijler: aanvullend pensioen (via de werkgever)
In aanvulling op het pensioen van de staat hebben bijna alle werknemers in Nederland recht op een pensioen via de werkgever. Dan hebben we het dus over de drie genoemde soorten van pensioenen: ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen. De pensioenregelingen van werkgevers kunnen uitgevoerd worden door ondernemingspensioenfondsen (zoals het Unilever Pensioenfonds dat alleen de pensioenen voor Unilever verzorgt), bedrijfstakspensioenfondsen (zoals ABP voor ambtenaren, PME voor de metaalsector) en verzekeraars.
3e pijler: privé-voorzieningen (bij een verzekeraar of bank)
Naast het pensioen van de staat én van de werkgever kunt u ervoor kiezen om individueel een extra voorziening te treffen, bijvoorbeeld via een lijfrenteverzekering bij een verzekeraar, of banksparen.