Vraag en antwoord - deel 5
Wat wilt ú weten over het nieuwe pensioenstelsel?
Nederland krijgt een nieuw pensioenstelsel en daardoor gaat ook het Forward-pensioen veranderen.
Veel vragen staan nog open, maar de vragen die we kúnnen beantwoorden, beantwoorden we graag.
Deze keer is de vraag:
Waarom heeft elk pensioenfonds straks (nog steeds) een andere regeling?
Antwoord:
Sinds 1 juli vorig jaar is er een nieuwe pensioenwet die voor alle 166 Nederlandse pensioenfondsen geldt. Elk fonds heeft zijn eigen pensioenregeling, of mogelijk zelfs meerdere. Het Unilever Pensioenfonds heeft er twee: de regeling van Progress, waar sinds 1 april 2015 geen nieuwe pensioenen meer worden opgebouwd. En de regeling van Forward waar sinds die datum de pensioenopbouw plaatsvindt. Op enkele uitzonderingen zoals Progress na, moeten alle regelingen aan de nieuwe wet worden aangepast. En dat gebeurt bij elk fonds op een andere manier.
Fonds-eigen kenmerken
Geen twee pensioenfondsen zijn hetzelfde. Waar het relatief kleine Forward bijna 6.000 deelnemers en gepensioneerden heeft, heeft bijvoorbeeld het grootste fonds ABP er zo’n 3 miljoen. Maar de verschillen zitten niet alleen in de grootte. Zo is de gemiddelde leeftijd van actieve Forward-deelnemers bijvoorbeeld behoorlijk laag en is er nog slechts een klein aantal gepensioneerden. Ook is het gemiddelde inkomen waarover pensioen wordt opgebouwd relatief hoog. Wat bijvoorbeeld ook per fonds verschilt, is hoeveel beleggingsrisico de deelnemers en gepensioneerden acceptabel vinden voor hun pensioen. Daar heeft Forward in 2022 nog onderzoek naar gedaan.
Wettelijke regels gelijk, financiële situatie verschillend
De sociale partners – in ons geval Unilever en de vakbonden CNV en FNV – maken afspraken die zo goed mogelijk passen bij de kenmerken van de deelnemers van het pensioenfonds. Daarnaast moeten ze kijken naar de regels die in de nieuwe wet staan én naar de financiële situatie van het fonds.
De wettelijke regels zijn voor ieder fonds hetzelfde, de financiële situatie verschilt per fonds.
Op basis van de financiële situatie kunnen de sociale partners het pensioenfonds bijvoorbeeld vragen om een reserve aan te leggen die moet helpen om de pensioenen van gepensioneerden zo stabiel mogelijk te houden. Maar ook om beleggingsrisico's tussen jongeren en ouderen te delen of om een stijging van de levensverwachting op te vangen. Door het delen van bepaalde risico's kan het pensioen voor iedereen verbeteren. En zo zijn er nog veel meer afspraken denkbaar.
Verschillen getuigen van maatwerk
Het pensioenfonds en de sociale partners laten de mogelijke keuzes doorrekenen. Ze kijken dan onder meer naar de gevolgen voor jongeren en ouderen, voor actieven en gewezen deelnemers en voor gepensioneerden en mensen die in de komende jaren misschien uit dienst gaan. Zo leggen ze de vele mogelijke gevolgen van uiteenlopende keuzes op een ‘weegschaal’. Net zolang tot ze het beste evenwicht hebben gevonden.
Dat er verschillen bestaan tussen pensioenregelingen en -fondsen is dus niet zo gek. Het getuigt juist van maatwerk.
Mei 2024